Cultureel erfgoed

Het is jammer dat onze eigen vroege geschiedenis, die van de vroege middeleeuwen, van de Friezen en in iets mindere mate die van de Franken en de Saksen, slechts zo eenzijdig en vooral matig belicht wordt. Een deel van onze identiteit is juist daar terug te vinden, niet perse in Christelijke ethiek of zienswijze van de enkele geschiedschrijvers die we kennen. En niet perse of uitsluitend door de soms twijfelachtige rollen van Willibrord of Bonifatius. Feit is dat de levenswijze en cultuur van de bevolking, vóór de kerkelijke invloed en kerstening, ook van ons is. Net als het gegeven dat er een omvangrijk Fries koninkrijk was dat zich langs de Noordzeekust uitstrekte van Vlaanderen tot de oevers van de rivier de Wezer in Duitsland. Zelfs een stuk boven de Eider in het huidige noord-Duitsland was Fries. De term koninkrijk dekt wellicht de lading als we aannemen dat er een soort van top-elite bestond, die invloed had op de diverse clans waarin de Friezen waarschijnlijk opgedeeld waren. Maar clans en koninkrijk of niet, er werd handel gedreven, op verhoudingsgewijs grote schaal; en Frisia, Dorestad en later Tiel waren daarvan het middelpunt. Een levendige en rijke handel, van talloze artikelen uit alle windstreken. De rijkdom van de plaatselijke elite, van de handelaren – ongetwijfeld weerspiegeld op het gewone volk – was enorm.

Een ander interessant gegeven is dat de Noordelijke delen van het huidige Nederland tot na de tiende eeuw voor een belangrijk deel noordse goden aanbaden met eigen cultusplekken. Ik vraag me af hoe lang dat ontkend of genegeerd is, of simpelweg weggezet is als irrelevant binnen het onderwijs in Nederland.

Alles leidt tot een gevoelsmatige indicatie dat we echt praten over een verbijsterend stuk – helaas nauwelijks tastbaar – cultureel erfgoed dat het verdient onder de aandacht gebracht te worden. Het is dan ook interessant dat er plannen zijn om een film te maken over het leven van de bekendste Friese koning. Redbad, of Radboud.

In ‘Het lot van Althilt’ tracht ik een beeld te schetsen van de samenleving in en rond het jaar 778 na Christus. Natuurlijk is het verhaal op zich fictie en veroorloof ik me vrijheden, maar toch heb ik getracht het af te zetten tegen een zo correct mogelijk weergegeven historische achtergrond.