Een vroegmiddeleeuwse vleugelkam

Iedereen bezat een kam in de vroege middeleeuwen. En waarschijnlijk was die kam een persoonlijk bezit dat men altijd bij zich had. Althans, dat is een bestaande veronderstelling die onder meer grond krijgt door de vondst van beschermkapjes voor kammen en gaten in sommige kammen, die wellicht bedoeld waren om een veter doorheen te halen.

In de thriller ‘Het lot van Althilt’ komt een vroegmiddeleeuwse kam voor. Toen ik voor de cover een afbeelding zocht, bemerkte ik dat het nagenoeg onmogelijk was een rechtenvrije afbeelding te vinden van een onbeschadigde kam. De door archeologen gevonden kammen zijn zelden onbeschadigd, vaak in bezit van musea en getekend door de tand des tijds. Nieuwe kammen voor re-enactment zijn te koop, maar daarmee zijn verkoop afbeeldingen rechtmatig eigendom van de leverancier of verkoper. Bovendien zijn erg veel replica’s zwakke afgietsels van de meesterlijk gemaakte kammen uit de vroege middeleeuwen.

Tja, wat doe je dan? Welnu, dan ga je aan het werk. Eerst research: Hoe werden kammen gemaakt en van welk materiaal. Dan op zoek naar het juiste materiaal. En dan – in mijn geval – een drietal dappere pogingen om tot een mooi en correct resultaat te komen. En geloof me, mijn respect voor de kammenmakers in de vroege middeleeuwen is groots. Het derde exemplaar is een aardige replica van een vroegmiddeleeuwse vleugelkam. Ongeveer vijftien centimeter lang, met circa zestig tanden en gemaakt van hertengewei. In het blog ‘HetVikinglanghuis‘ vind je een ander artikel over de kam.