Hedeby, een vroegmiddeleeuwse handelsnederzetting

De hoofdpersoon in ‘Het lot van Althilt’ reist in het jaar 778 naar Hedeby! Of Haithabu, zoals de plaats ook wel genoemd wordt.
Nu, vandaag de dag, lijkt  de plek aan de Haddebyer Noor in Sleeswijk-Holstein  niet  veel meer dan een stuk grond met een – op  luchtfoto’s goed te zien – aarden ringwal er omheen. Destijds, vanaf ergens in de eerste helft van de achtste eeuw tot ongeveer midden elfde eeuw, was het een bruisend handelscentrum van het noorden waar van alles werd verhandeld: Fries laken, barnsteen, graan, wapens, slaven, walrusivoor, ijzer, bont, maalstenen, sieraden, enz.  Eigenlijk alles wat nodig was voor het bestaan, aangevuld met de luxe artikelen van toen voor wie het zich kon permitteren.
Tegenwoordig zijn er een paar huizen opgebouwd en is de locatie een openlucht museum. Klein, niet meer dan een stuk of acht huizen, maar toch geeft het een leuke inkijk in hoe men destijds (mogelijkerwijze) woonde en leefde.

Sommige huizen waren uitgesproken klein, andere aanmerkelijk groter. De doorgangen tussen de huizen, noem het straten en steegjes, waren niet geplaveid met stenen, maar met flonderachtige paden van hout.

Handelswaren werden vaak in het huis zelf opgeslagen, ofschoon men wellicht nog andere plekken had. Ambachten werden vaak in een deel van het huis uitgevoerd, of, vanwege de noodzaak van voldoende licht, in de deuropening of in de open lucht.

Iets afzijdig van het openlucht gedeelte is een fenomenaal opgezet museum dat de wonderen van Hedeby als vroegmiddeleeuwse handelsplaats en de rol die het had in de wereld van toen, prachtig weergeeft. De maquette geeft een beeld hoe Hedeby bewoond was in de hoogtijdagen. Daaronder een afbeelding vanuit ongeveer dezelfde hoek in kleur.